Elf
Column
Jongens van elf, die worden twaalf. Dan klopt het. Maar Koen van elf zal nooit twaalf worden. De boosdoener heet leukemie, en nu klopt er helemaal niets meer.
Als ik bij de ouders kom zijn de emoties heftig, begrijpelijk. Terwijl buren de zorg voor de andere kinderen op zich hebben genomen, luister ik naar vader en moeder. Ineens zegt moeder, “en nu moeten we hem ook nog cremeren”. Het is wel heel duidelijk dat dat niet is wat ze echt wil, dus ik vraag waarom dat zou moeten. Het blijkt dat schoonvader kort daarvoor is overleden, en daardoor weten ze hoe duur een uitvaart kan zijn. En moeder denkt dat begraven meer is dan ze op kunnen brengen, zeker omdat er ook geen verzekering is. En een crematie kost nu eenmaal minder.
We praten verder, en rustig aan wordt duidelijk wat ze zouden willen wanneer budget geen rol zou spelen. De afscheidsdienst, de rol van de kinderen van school en van de voetbalclub. Het opbaren thuis, de kist, de kaart. En ondertussen denk ik bij mezelf, dit moet toch een begrafenis kunnen worden. Alles in het gezicht van moeder vertelt me dat cremeren eigenlijk geen optie is.
Na alles gehoord te hebben vul ik de begroting in, en noem het eindbedrag voor een begrafenis. Op moeders gezicht zie ik ongeloof, verbazing en opluchting door elkaar heen. “Dus hij kan toch begraven worden?!” Ja, dat kan. “Maar gebeurt het dan wel goed, zijn alle spullen dan wel in orde?” Ook dat kan ik bevestigen. “Is de kist wel goed? Hij kost zo weinig!” Dan leg ik uit dat door klein te zijn Via Humana beduidend goedkoper kan werken, en niets hoeft te verdienen aan alles wat erbij komt. Hoewel het gebruikelijk is om winst te maken op bijvoorbeeld de kaart, bloemen, de kist, doen wij dat niet en dat scheelt alleen op de kist al vaak meer dan de helft. Daardoor is het meeste zoveel voordeliger, dat wat anders niet kan, nu wel mogelijk is. En dan is het duidelijk, de keuze is toch begraven. We maken de planning en zetten alles in beweging.
Dan bel ik nog de school, en spreek af om de dag voor de begrafenis in de klas te komen. Samen met de leerkracht neem ik met de kinderen door wat er gaat gebeuren. Alle vragen mogen ze stellen, niet een vraag is raar. Er is vanzelfsprekend veel emotie in de klas. Er wordt gehuild en gelachen, en ik ben ervan overtuigd dat dit de kinderen helpt bij het afscheid dat zij moeten nemen.
Een paar weken later ben ik weer bij de ouders, voor het bij mij gebruikelijke nagesprek. Moeder kan er nog steeds niet over uit, “dat we Koen toch hebben kunnen begraven, wat ontzettend fijn”. Het verdriet is groot, maar ik heb ze wel kunnen helpen zo goed mogelijk afscheid te nemen. En daar ben ik voor.
Dirk Timmer